Een bewijs van vakbekwaamheid... dat heb ik toch niet nodig?
Als je dieren hebt of ermee werkt, heb je kennis nodig om er goed voor te kunnen zorgen. Dat is logisch, zul je denken. De overheid vindt dat ook. Die vindt het zelfs zo belangrijk dat ze voor dieren een eigen wet maakten: De Wet Dieren. Hierin staan regels die het welzijn en de gezondheid van dieren beschermen. Weet jij of deze wet ook voor jou geldt?
De Wet Dieren geldt vanaf 2013 en is voor alle landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren. In het onderdeel Besluit Houders van Dieren staan onder andere de regels voor houden, verzorgen, bedrijfsmatige opvang, verkoop en fokken van vijf groepen gezelschapsdieren: herpeten (terrariumdieren), honden en katten, kleine zoogdieren (inclusief konijnen), vissen en vogels. Eén van die regels is dat als je op een bedrijfsmatige manier activiteiten uitvoert met huisdieren, je een erkend bewijs van vakbekwaamheid nodig hebt.
Er is veel onbegrip over wie dit bewijs moet hebben. Dat komt vooral door tegenstrijdige berichten en onduidelijke bewoordingen op overheidswebsites.
Hoeveelheden en winst
De grootste onduidelijkheid waardoor er twijfels zijn over wie een bewijs van Vakbekwaamheid moet hebben, is het woord ‘bedrijfsmatig’. Wat wordt hiermee precies bedoeld? Daarvoor kijken we naar de wet en hoe de rechter het uitlegt.
Honden en katten
Je bent een bedrijf als je per jaar twintig of meer pups of kittens fokt of verkoopt. In dat geval heb je een Bewijs van Vakbekwaamheid nodig.
Herpeten (terrariumdieren), kleine zoogdieren (inclusief konijnen), vissen en vogels
Je bent een bedrijf als je met het fokken/kweken en verkopen van de dieren na aftrek van alle kosten winst maakt. In dat geval heb je een Bewijs van Vakbekwaamheid nodig.
Let op:
- De waarde van de dieren speelt een rol. Kweek je hele dure vissen of reptielen en verkoop je deze, dan is er al snel sprake van winst, ook al gaat het maar om een enkele nakomeling. In het geval van luipaardgekko’s, rattenslangen, guppen of tetra’s, zijn grotere hoeveelheden nodig om winst te kunnen maken.
- Iedere houder van dieren die fokt, kweekt en verkoopt, moet een heel nauwkeurige administratie bijhouden om aan te tonen of er wel of niet winst wordt gemaakt. Want volgens de wet ligt de bewijslast bij de houder.
- Maak je (nog) geen winst, maar is dat wel de bedoeling? Ook in de opstartperiode van fok/kweek met als doel later winst te maken, is een Bewijs van Vakbekwaamheid nodig.
Onder bedrijfsmatig valt ook als je met je dieren openlijk adverteert op websites, social media platformen en in kranten en tijdschriften. Hierbij geldt daarom eveneens de verplichting van een Bewijs van Vakbekwaamheid.
Beurzen, markten en pensions
Als je dieren verkoopt op beurzen of markten, moet er op deze locatie iemand aanwezig zijn die vakbekwaamheiddrager is voor de verhandelde diersoorten. Zo moet op een zoogdierenbeurs de locatie/organisator in het bezit zijn van de desbetreffende vakbekwaamheid. Verkoopt iemand op die beurs andere dieren dan zoogdieren, dan is deze persoon zelf verantwoordelijk voor het Bewijs van Vakbekwaamheid voor die betreffende diergroep.
Let op: een beursorganisatie kan eisen dat standhouders in het bezit zijn van een Bewijs van Vakbekwaamheid. Lees daarom goed de voorwaarden.
Pensions en opvangcentra voor dieren zijn altijd bedrijfsmatig. Daarom zijn zij verplicht een persoon in dienst te hebben die verantwoordelijk is voor de diergroep en een daarbij horend vakbekwaamheidsbewijs heeft. Deze medewerker moet altijd bereikbaar zijn of de verantwoordelijkheden kunnen overdragen aan een andere medewerker die hetzelfde vakbekwaamheidsbewijs heeft. Het is voor pensions en opvangcentra raadzaam om meerdere werknemers een bewijs te laten halen.
Controle op verantwoordelijkheden
Overige belangrijke verantwoordelijkheden waarop je als fokker en/of verkoper gecontroleerd kunt worden zijn:
- de verkoop van dieren aan personen ouder dan 16 jaar, of waarbij ouders/voogd toestemming hebben verleend en mede verantwoordelijkheid voor het dier kunnen dragen
- het verplicht meegeven van een informatieblad(en) over de juiste zorg en de achtergrond van het betreffende dier
- het correct verpakken van dieren, waarbij letsel en stress worden voorkomen
Vrijwillig verplicht
De wetgever wil het welzijn van dieren waarborgen door het bewijs van vakbekwaamheid te verplichten. Helaas blijkt in de praktijk dat een verplichting mensen vaak tegen de haren in strijkt. Dat is jammer. Want of je nou dieren houdt of ermee werkt, je wilt sowieso het beste voor je dier(en). En dat kan door je in ieder geval alle kennis die je nodig hebt eigen te maken. Zie daarom het bewijs van vakbekwaamheid als een investering in de dieren.
- Houder van reptielen, amfibieën en ongewervelden
Je wilt alles weten over huisvesting, voeding, gedrag en hanteerbaarheid etc. van je favoriete dier(en).
- Herpetenspecialist en dierenspeciaalzaakhouder en -medewerker
Je wilt gefundeerde informatie hebben over de dieren in je specialisatie en/of collectie.
Haal ‘vrijwillig’ je verplichte vakbekwaamheidsbewijs en laat zien dat je vakkundig bent voor de diergroep die je houdt of waar je mee werkt. Dat is naast een professionalisering van de dierensector ook een pluspunt voor jezelf, voor je werkgever of voor je bedrijf. En niet in de laatste plaats voor de dieren.
Groot Handboek Terrariumkunde
Alles over de wettelijke vakbekwaamheid en uitgebreide informatie over meer dan 600 soorten vind je in het Groot Handboek Terrariumkunde. Het boek telt ruim 1.000 pagina’s en is het meest complete naslagwerk ooit op het gebied van reptielen, amfibieën en geleedpotigen. Met prachtige foto’s en illustraties en pagina’s vol kennis heb je een standaardwerk dat bij geen enkele liefhebber of expert mag ontbreken.